Ook dit gedicht werd geschreven in opdracht van "De Geus" bij een schilderij. Ik verbeelde me toen een schilderij dat helemaal niet tevreden was met wat de schilder er van gebakken had, laat staan met de toeschouwer die het aangaapt. Vandaar:
Opstandig onderwerp
Betraande bruiden, statige zuilen,
wachten weerloos in het geconterfeite,
gevangen in vlakken, vuurrood en vuil.
Verteerd vol vechtlust, miezerend miasma.
Stamelende schilder, drammerige bedekker van doek,
zwendelend zwijgzaam zette je me zeemzoet te zeik.
Gulzig gevangen, erytrofobische ets,
vastgezette vijand, eeuwige exhibitionist.!
En jij, geslagen gaper, gestopt in je gang,
staande starend naar m'n gewillig gelaat.
Openbaar opzuiger van erogene emoties.
Veraderlijke vampier, vuige voyeur !
Deze versteende vernederingen blijven niet verdragen.
Gulzige guerilla, gedenk de dansende dag,
dan lusteloos leeg, dat nu drukke doek,
canvas-castraat, je strenge straf.
Guido Triest
19/III/2004